Kort voor middernacht op een zondagavond kondigde de start van mijn bevalling zich aan met lichte buikkrampen. Toen de frequentie en intensiteit toenamen, was ik zeker: dit waren weeën. Toch twijfelde ik: meteen de auto inspringen of nog even afwachten? Na een telefoontje met het verloskwartier koos ik voor het laatste, ik kroop nog even terug in bed. Van slapen kwam echter niets meer in huis en rond half 4 ‘s nachts reden we dan toch maar naar het ziekenhuis, waar ik aan de monitor gelegd werd. “Alles onder controle,” verzekerde de vroedvrouw mij, en ze liet mij de keuze: “Blijf je hier overnachten of liever thuis?” Ik verkoos mijn eigen bed, maar slapen zat er niet meer in. Ik probeerde de pijnlijke weeën op te vangen door oefeningen op een zitbal en zocht afleiding in muziek.
Maandagochtend – na mijn zeer beperkt ontbijt: een droge studentenkoek – vertrokken we opnieuw naar Leuven voor mijn geplande consultatie (controle 39 weken). Een goede buikademhaling hield mij rustig in de auto, ondanks die pijnlijke harde buiken. De gynaecologe was dan ook verbaasd dat ik er nog zo rustig bijzat: ik had al 6 cm opening. Na een snelle check op de echo werd ik naar het verloskwartier doorverwezen met de melding “Dat is hier voor vandaag, hè!” en het vertrouwen dat ik het wel zonder epidurale zou aankunnen gezien mijn zelfbeheersing op dat moment.
Eenmaal in de verloskamer kroop ik op aanraden van de vroedvrouw in bad voor wat ‘ontspanning’. De weeën werden steeds heviger en de zitbal en onderrugmassage door mijn man brachten slechts beperkte verlichting. De uren leken wel eeuwig te duren. Op een bepaald moment verstomden de naburige stemmen in mijn hoofd; ze leken plots van heel ver te komen en even was ik bang om flauw te vallen. De vroedvrouw stelde mij snel gerust: je lichaam keert zich in zichzelf als voorbereiding op de bevalling, je hebt al je krachten en concentratie nodig.
Ik legde mij toch maar opnieuw op de verlostafel en niet veel later brak mijn water. Dat zorgde voor meer pijn, druk en het gevoel dat ik moest overgeven (maar zo ver kwam het gelukkig niet). Toen ik groen licht kreeg van de vroedvrouw, kon het persen eindelijk beginnen. Op aanraden van mijn kinesiste startte ik in zijligging, maar de theorie is de praktijk niet: op mijn rug ging het veel beter. Mijn besef van tijd was ondertussen volledig weg; geen idee hoeveel keer ik heb liggen persen tot plots het hoofdje – mét haartjes! – zichtbaar was. De laatste persdrang moest ik even inhouden van de gynaecologe: om verder inscheuren te vermijden was een ‘knipje’ noodzakelijk. Van die knip zelf merkte ik op dat moment eerlijk gezegd niet veel door de andere pijn in die zone.
En dan – na 16 lange uren – was ons eerste dochtertje daar! Mijn man knipte de navelstreng door en de baby werd op mijn buik/borst gelegd. Ze keek me meteen met grote ogen aan. Ik was compleet uitgeput, maar ook ontzettend gelukkig. Dit was ongetwijfeld het zwaarste wat ik ooit al heb gedaan in mijn leven, maar je krijgt er wel het mooiste cadeau ooit voor in je armen …