Vrijdag 10 mei werkte ik zoals gepland mijn laatste dagje en kon mijn zwangerschapsverlof beginnen. De nestdrang was wel al enkele weken daarvoor toegeslagen en het huis was letterlijk van boven tot onder gepoetst. Na een weekje thuiszitten had ik alle laatste dingetjes op mijn to-do lijstje afgewerkt en de dag voor de uitgerekende datum vond ik dat hij nu wel stilaan tevoorschijn mocht komen.
Donderdag 16 mei reed ik nog met mijn fiets naar de markt en ging nog wat babykleertjes shoppen in de stad (nu we zover waren durfde ik eindelijk wat kleertjes inslaan). Die avond zaten we in de zetel voor de tv en de baby was zoals altijd weer zeer actief tekeer aan het gaan in mijn buik toen ik plots een soort krak hoorde en precies wat nattigheid voelde. In het begin twijfelde ik nog een beetje of dit nu echt mijn vliezen waren die gebroken waren, want het waren echt maar een paar druppeltjes. Omdat we de uitslag van de GBS wisser niet wisten, belde mijn man naar de verloskamer om te horen wat we moesten doen (want als die positief was moesten we direct binnengaan en wordt er eerst nog antibiotica gegeven). De wisser was gelukkig negatief, maar in gasthuisberg wouden ze toch al dat we afkwamen. Ik had op dat moment nog geen weeën en wou eigenlijk die eerste fase nog thuisblijven en pas opgaan als ik goed in arbeid was. Met wat tegenzin zijn we dan zoals gevraagd toch maar op het gemakje vertrokken.
“Ik kreeg door dat er van slapen niets meer in huis ging komen voor mij.”
Iets na middernacht waren we dan in gasthuisberg, ik wou nog zelf wandelen van de parking naar de ingang van de spoed, met de gedachte dat de baby zo wat verder zou zakken en de weeën hopelijk snel zouden beginnen. Bij elke stap voelde ik ondertussen een lekje vruchtwater. Na een check-up aan de monitor werd er bevestigd dat het inderdaad vruchtwater was wat ik verloor, maar dat er nog weinig weeënactiviteit was. Rond 2 uur mochten we dan naar het bevallingskwartier waar ze zeiden dat we nog eventjes moesten proberen te slapen. Op dat moment begon ik heel lichtjes krampjes te voelen zoals bij mijn maandstonden, maar dit was nog goed verdraagbaar. Een dik uurtje later, rond 3 uur, kreeg ik echter door dat er van slapen niets meer in huis zou komen voor mij.
De krampjes begonnen stilaan over te gaan in echte weeën die al snel om de 3 minuten kwamen. Een uurtje later rond 4uur ’s nachts bleek ik al 4 centimeter ontsluiting te hebben. De weeën werden steeds sterker, feller en pijnlijker. Rond 6u ‘s morgens begon het toch wel echt zwaar te worden. De ontsluiting was blijven hangen op 4 cm en ik werd een beetje moedeloos. Zou ik dit wel kunnen? Ik wilde altijd al zonder epidurale bevallen, maar begon tegen mijn pijngrens op te botsen. De twijfel sloeg toe. De vermoeidheid begon ook toe te slaan want ik had die nacht nog niets geslapen en was dus al wakker van de ochtend ervoor. Ging ik zo nog wel genoeg krachten over hebben om dat kindje eruit te persen als ik dan ooit op 10 cm zat? Wie weet hoe lang dit nog ging duren?
“Op een gegeven moment zat ik in een soort roes.”
Ik besloot om al eens in het bad te gaan om te kijken of het warme water de pijn wat draaglijker maakte. Helaas bracht dit weinig soelaas en werd het precies zowaar nog erger in het bad. Ik kwam er dus al snel weer uit en zei om toch de epidurale maar te laten komen. Dan zou de pijn minder zijn en zou ik wat kunnen rusten. Echter het was tussen 7u en 8u ‘s morgens wisseling van de nachtploeg naar dagploeg, dus ik moest nog eventjes wachten. Plots bleek dan de ontsluiting op minder dan een uurtje van 4 cm naar 6 cm gegaan te zijn. De nieuwe vroedvrouw van de dagshift had in mijn dossier gelezen dat ik graag zonder verdoving wou bevallen en zij motiveerde mij om toch nog eventjes vol te houden. En dus stelde ik de epidurale nog wat uit.
Van de volgende 2 uur herinner ik me niet zo heel veel meer, op een gegeven moment zat ik in een soort roes. Ik weet dat het pijn deed en ik wou meermaals opgeven en toch verdoving nemen, maar de vroedvrouw heeft mij erdoorheen gepraat en plots rond 9uur bleek ik quasi volledige ontsluiting te hebben. Dat moesten ze mij zelfs niet vertellen, want de natuur nam het volledig over en door de persdrang kon ik niet anders dan gewoon persen. Niet veel later mocht ik gelukkig beginnen persen en een klein halfuurtje later was hij daar dan, ons eerste kindje, onze zoon Oliver.
“Op dat moment ontwaakte er een moedergevoel in mij.”
Hij werd bij mij gelegd en begon al snel te drinken. Ik had een klein scheurtje, dit werd lokaal verdoofd en gehecht (iets wat ik een heel ambetant gevoel vond). De rest van de dag ging een beetje in een waas aan mij voorbij. Ik was volledig uitgeput van dat nachtje arbeid. Mijn man zat de eerste uren al meteen op een roze wolk en was smoorverliefd op zijn zoontje. Ik moet eerlijk toegeven dat dat gevoel er bij mij niet boenk van de eerste minuut was. Ik gaf hem de borst als hij moest eten, maar die eerste dag lag hij voornamelijk in de armen van mijn man en de grootouders die om 16u al in de kamer stonden voor een bezoekje. Echter ’s avonds waren plots de armen van mijn man niet meer genoeg, Oliver huilde de hele tijd tenzij hij in mijn armen gelegd werd. Hij wou ook maar niet slapen tenzij bovenop mij. En toen plots ging er bij mij een knopje om, dit was mijn kindje, en hij had zijn mama nodig. Op dat moment ontwaakte er een moedergevoel in mij en sinds dat moment zal ik mijn leven geven voor die kleine man die van mij een mama maakte.
Een paar dagen later realiseerde ik me wel dat ik eigenlijk een super bevalling en zwangerschap achter de rug had, maar een 6-tal uurtjes weeën en ik was ook best trots op mezelf dat het toch gelukt was zonder epidurale. En het cliché klopt trouwens, je vergeet echt al die pijn eens het kindje er is. Ik zou vlak na de bevalling al tegen mijn man gezegd hebben: “We zullen dit nog wel eens doen, maar toch nog niet direct.” Ondertussen is er ook een zusje bijgekomen, maar dat verhaal is voor een volgende keer.
Dit is het verhaal van Lisse, mama van Oliver.