Toen ons zoontje 15 maanden was en regelmatig begon door te slapen, besloten we dat we konden proberen voor een 2e kindje. Dan zou er minimaal 2 jaar tussen zitten en dat leek ons wel haalbaar. Wederom was het lot ons zeer gunstig gezind en begin september 2020 had ik een positieve zwangerschapstest in mijn handen. Het kindje was uitgerekend voor 16 mei 2021, een dag voor de verjaardag van haar broer, dus ze zouden echt exact 2 jaar gaan schelen.
Na mijn voorgaande ervaringen met de zwangerschap en bevalling van Oliver had ik nu veel vertrouwen in mijn lichaam. Dat zwanger zijn had ik vorige keer zonder al te veel kleerscheuren doorstaan en ik keek er zelfs naar uit om nog eens te mogen bevallen. Ik besloot dan ook om deze keer echt te proberen genieten van de zwangerschap, zeker omdat dit mogelijks het laatste kindje is (zeker als het van mijn man afhangt).
“de start van een zwangerschap die overschaduwd werd door de vrees voor een keizersnede.”
Op 12 weken bij de echo kreeg ik echter te horen dat de placenta zeer laag lag, quasi tegen baarmoedermond. Hoogstwaarschijnlijk zou dit wel bijtrekken tijdens de zwangerschap, maar als dit zo bleef dan zou ik niet natuurlijk kunnen bevallen (zoals ik zoooo graag wilde). Ook had ik hierdoor meer kans op bloedingen en moest ik binnenkomen als dit zo was. Zover is het gelukkig nooit gekomen, maar dit was de start van een zwangerschap die overschaduwd werd door de vrees voor een keizersnede.
Qua kwaaltjes mocht ik ook deze zwangerschap niet klagen, uiteraard was ik de eerste weken weer heel erg moe en misselijk. En met reeds een kleintje in huis was dit een pak pittiger dan de vorige keer, ik kon immers niet steeds rusten wanneer ik wilde. Gelukkig trok de misselijkheid hier iets vroeger weg dan de vorige keer (al rond 12 weken), al ben ik tot zelfs de week voor de bevalling blijven overgeven zodra ik iets rook dat stonk (topcombinatie met de pampers van mijn zoontje).
Op 20 weken kreeg ik te horen, dat de placenta nu op 1 cm van de baarmoedermond lag, wat nog steeds te dicht was om natuurlijk te bevallen, het moest 3 cm zijn. Op 30 weken was ik dan zo opgelucht toen ze zeiden dat de placenta goed mee omhooggegaan was en de baby ook al mooi in hoofdligging lag en er dus geen enkel bezwaar meer was om natuurlijk te bevallen. Ik sprong van geluk bijna van de onderzoekstafel af met het idee om me nu geen zorgen meer te maken en te genieten van de laatste 10 weken, toen de gynaecologe zei dat er wel iets anders was. “Tis maar iets klein, dus je hoeft je er geen zorgen over te maken hoor, maar ik zie u graag al terug over 4 weken, want we zien een afwijking aan de navelstreng die moet worden opgevolgd”. Bleek dat er een verbreding was in 1 van de bloedvaten van de navelstreng, op die moment was dat allemaal nog geen probleem maar als dit nog extreem zou toenemen kon dit leiden tot turbulenties in de bloedstroom met klontervorming en alle mogelijke gevolgen van dien. Tot zover dus het genieten van de laatste weken, ik had opnieuw iets om in mijn hoofd te steken. Doordat de placenta dan ook nog eens vooraan in de baarmoeder lag, dus tussen de baby en mijn buikwand, werden de bewegingen van de baby heel fel gedempt. Bij mijn oudste zoontje voelde ik hem al op 18 weken en ging mijn buik naar alle kanten, maar deze baby voelde ik sowieso al amper bewegen, wat mijn ongerustheid natuurlijk niet echt bevorderde.
“Mevrouw uw dochter heeft zich naar stuit gedraaid”
Gelukkig was het thuis druk met een komende verhuis, een actieve peuter en ik was nog steeds volop aan het werk, dus vlogen deze 4 weken om. De avond voor de volgende controle, voelde ik in bed dat mijn buik precies wat anders voelde, iets harder links bovenaan dan normaal, maar dacht daar toen niet verder over na. Tot de volgende dag de gynaecologe de echo transducer op mijn buik plaatste en het eerste wat ze zei was: “Mevrouw uw dochter heeft zich naar stuit gedraaid”. Luidop gevloekt heb ik, want verdorie, een stuitligging, dat draait meestal uit op een keizersnede. De navelstreng, waarvoor we daar eigenlijk waren, werd nagemeten en de breedte daarvan was toegenomen, maar nog steeds binnen de grenzen van het aanvaardbare. 2 weken later moest dit opnieuw gecontroleerd worden en dan gingen we ook opnieuw de ligging controleren.
Ik heb de weken nadien op allerlei manieren geprobeerd om de baby te laten draaien, maar op 36 weken bevestigde de gynaecologe wat ik reeds wist, de baby was nog niet teruggedraaid. Er werd dan op 37 weken een uitwendige draaiing ingepland, maar ook deze draaide op niets uit. Je hoort wel eens dat zo een uitwendige kering vreselijk veel pijn doet, maar ik moet zeggen dat het ook anders kan. Ik was er een beetje bang voor, maar eigenlijk viel dat heel goed mee en was het vooral een vervelend gevoel aan de huid van mijn buik die wat uitgerokken werd bij het proberen keren. Van mij hadden ze zeker nog wat verder mogen proberen dus, maar de hartslag van de baby daalde bij elke poging op het moment dat ze dwars kwam te liggen, dus werd er besloten van de pogingen stop te zetten. Als ik in Gasthuisberg wou bevallen, zou het via een keizersnede zijn. Mijn gynaecologe wist echter hoe graag ik natuurlijk wilde bevallen, en vertelde me dat er oa. in UZ Jette wel nog stuitbevallingen gedaan werden en dat ik daar eventueel eens kon gaan horen als ik dat zou willen.
“Over stuitbevallingen doen heel wat wilde verhalen de ronde”
Over stuitbevallingen doen heel wat wilde verhalen de ronde en iedereen waaraan ik vertelde dat ik dat overwoog kende wel een koppel waar dat fout afgelopen was en dat ik dat toch zeker niet mocht doen. Ik wou echter een weloverwogen beslissing maken en maakte dus een afspraak in Jette om daar bij de specialist eens te gaan horen. Ik had een hele waslijst aan vragen mee over de mogelijke risico’s.
We werden daar heel vriendelijk ontvangen en de dokter nam uitgebreid de tijd voor ons om een goede uitleg te doen en al onze vragen te beantwoorden. Tot het jaar 2000 waren stuitbevallingen eigenlijk niet zo abnormaal en werden ze in de meeste ziekenhuizen ook gewoon uitgevoerd (vandaar dat oudere artsen hier wel nog ervaring mee hebben). In 2000 kwam er echter een studie uit, waaruit bleek dat een kindje in stuitligging meer risico’s liep bij een vaginale bevalling, dan wanneer dit via een keizersnede ter wereld kwam. Hierop werd er in heel wat ziekenhuizen beslist om dus standaard een keizersnede te doen bij een stuitligging. Daardoor hebben de gynaecologen die de laatste 2 decennia afstudeerden hier geen ervaring meer mee. Echter bij een keizersnede zijn er voor de mama wel meer risico’s en is het herstel toch zwaarder dan na een natuurlijke bevalling. In enkele ziekenhuizen zijn ze dus wel vaginale stuitbevallingen blijven doen, maar dit gebeurt enkel nog na een grondige check-up. Er waren enkele “voorwaarden” waaraan ik moest voldoen om het vaginaal te mogen proberen. Bij een eerste kindje doen ze dit liever niet, je moet al eens “bewezen hebben dat je fysiek in staat bent om vaginaal te bevallen”, die eerste bevalling moet ook vlot zijn verlopen (dus geen vacuüm- of tangverlossing), geschat geboortegewicht mag niet te hoog zijn, bevalling moet spontaan starten, enz …. Via een MRI werd ook de breedte van mijn bekken bepaald en vergeleken met de diameter van het hoofdje van de baby. Mijn bekken bleek ruim breed genoeg. Wat hun betrof kon ik dus perfect proberen om vaginaal te bevallen. Tijdens de bevalling zelf, zou alles ook vlot moeten verlopen, als er ook maar enig signaal was dat de baby het niet goed deed, zou er alsnog worden overgegaan op een keizersnede. Na deze uitleg hebben wij thuis nog eventjes nagedacht wat we zouden doen, maar ik had na de uitleg er vertrouwen in dat ze daar goed wisten waarmee ze bezig waren en besloot het er dus op te wagen.
Een dikke week later op 39 weken, braken ’s avonds in bed mijn vliezen en vertrokken we naar UZ Jette. Net zoals bij Oliver had ik nog geen weeën op dat moment en rond 2 uur ‘s nachts waren we daar in het verloskwartier waar we mochten proberen te slapen. Wat mijn man dan ook deed 😊 ik lag te wachten op de weeën, want als deze niet spontaan op gang kwamen, werd het…een keizersnede. 7 uur ’s morgens ondertussen en nog amper weeën te bespeuren. Ik voelde af en toe wel eens iets, maar in plaats van door te zetten, viel het snel weer stil. Zo ging het nog eventjes verder, rond 9 uur begon ik te ijsberen in de kamer, in de hoop dat beweging de weeën zou opwekken. Ik was ondertussen echter doodmoe na een slapeloze nacht en om 10 uur dacht ik “Foert, ik ga proberen te slapen, we zien wel wat er gebeurt”. En voila, na een klein halfuurtje (proberen te) slapen, waren ze daar dan plots weeën. En amai, direct vollebak, de ene na de andere, ik concentreerde me heel goed op mijn ademhaling en heb deze keer zelfs niet de tijd gehad om een epidurale zelfs maar te overwegen. Het ging allemaal zo snel en hevig dat ik al na 2 uur volledige ontsluiting had en dus rond 12u30 mocht beginnen persen.
Omdat het een stuitbevalling was, was er deze keer wel een heel team aanwezig: 2 gynaecologen, 2 vroedvrouwen, pediater en anesthesist. Maar alles ging volgens het boekje, ik vond persoonlijk dat de uitdrijvingsfase wel iets langer duurde dan bij mijn eerste. Na een paar keer persen was toen het hoofdje er en floepte de rest er als het ware achterna. Nu moest ik het hele lijfje er eerst uitpersen, wat voor mij op dat moment ook eindeloos leek te duren ( volgens mijn man duurde het echter maar even lang als bij mijn zoontje). Ik was gewoon doodop na de slapeloze nacht en ik had ook gewerkt tot 2 dagen ervoor. Ik heb zelfs een paar persweeën even rust genomen, ik had gewoon geen fut meer om mee te persen. (achteraf gezien was dit wel heel grappig, want tijdens een perswee schreeuwt je hele lichaam om te persen, de dokters zien ook aan alles dat je een perswee hebt, maar toen ze vroegen “Mevrouw heb je nu een perswee?”, zei ik met een vertrokken gezicht, “nee nee, ik heb geen wee nu”). Na dus een paar minuutjes rust, verzamelde ik opnieuw de moed om verder te persen en paste ook mijn techniek wat aan, naar iets wat voor mij beter voelde dan hoe de dokters zeiden het te doen. En voila, niet veel later was ze daar dan om 13u07, onze dochter Rosine. Ik was zo zo gelukkig als ik haar dan eindelijk in mijn armen had. Ze was perfect gezond en via de natuurlijke weg geboren!
Dit is het verhaal van Lisse, mama van Oliver & Rosine.